Huisgeluid #weetje 1
door Kunstlinie
In die kleine garagebox voel ik me ineens heel gelukkig
Ze begroet me met een stralende glimlach en vrolijke ogen. ‘Wat fijn dat je er bent, we kunnen alle hulp gebruiken’ zegt ze voortvarend. En voor ik het weet sta ik samen met twee andere vrijwilligers voedselpakketten klaar te maken in haar kleine garage box. Ik ben bij Lana, ze heeft me uitgenodigd om een middagje mee te doen met haar voedselpakketten actie en te zien waar ze mee bezig is. Lana komt rond van 40 euro per week en haar dochter komt bij ons project Het Fort. Lana valt volgens onze indeling in de groep ‘arme mensen’ maar is alles behalve zielig.
Lana deelt vastberaden uit en neemt haar taak hierin heel serieus. Ze geeft van alles wat ze zelf ontvangt grote delen weg. Vandaag runt ze vanuit haar garagebox een actie voor haar buurtbewoners. Elke week deelt ze minimaal 40 pakketten uit. Vandaar dat ik nu pakken stroopwafels en salades in tassen sta te stoppen. De spullen krijgt ze van de Plus, de kerk, de wijkvereniging, uit haar eigen koelkast en van iedereen die maar doneren wil.
‘Ik ben blij dat ik hulp krijg’ zegt ze. ‘Dan kan ik meer uitdelen. Ik heb zelf altijd genoeg. Je weet toch dat God je zegent als je uitdeelt?’
En dat is waar, ik merk het zelf ook. Als ik die middag pakketten uitdeel wordt ik steeds vrolijker. Het is inderdaad heel fijn om iets voor een ander te kunnen doen. Ik knap er, na al het binnen zitten met zwaar corona nieuws, enorm van op. In een kleine garagebox, in een slechte wijk vol beton en problemen voel ik me ineens heel gelukkig. Het feest is compleet als er een grote tas bara’s op tafel komt. Het zijn Hindoestaanse hapjes die Lana gemaakt heeft, ze heeft gisteren de hele dag staan bakken. Ik moet ze eten met een flinke lik sambal. Volgens Lana is het niet scherp maar de vlammen slaan me uit. Ze lacht luidkeels: ‘Niks gewend jullie, je moet hier vaker komen. Dan kan je mee eten en genieten van onze keuken. Je bent hier welkom.’
Hoezo zielig?
‘Waarom kom je niet langs om te kijken wat ik hier aan het doen bent, je schrijft toch zo graag?’ Ik lees het berichtje van Lana een paar keer. Tja, naar Amsterdam reizen voor een gesprekje met haar; is dat nou wel verstandig? Lana’s kinderen komen bij ons project Het Fort; haar gezin moet rond komen van 40 euro per week. Ze ontvangt van ons elke week een tasje met spullen voor de kinderen en een voedselbon. Ze wonen op een klein flatje in een wijk die voornamelijk bestaat uit beton. Ik ben wel benieuwd hoe het met haar gaat maar heb eigenlijk niet zo’n zin in alleen maar een ‘dank je wel’ verhaal van iemand die het door onze hulp iets beter (of iets minder slecht) heeft.
Vaak willen donateurs graag ‘dank je wel’ horen maar ik heb er eigenlijk een beetje een hekel aan. Ik noem het de ‘zieligheidskaart’: een manier van geld werven waarbij de ontvanger zielig en arm is en de gever hem of haar gaat redden door middel van een gift. De ontvanger zegt dan dank je wel en de gever heeft een goed gevoel over zichzelf. Iedereen blij, prima toch?
Nou nee, ik zie het liever anders. Ik zie liever dat de gever zich laat raken, niet vanuit een ivoren toren of van afstand maar zich echt laat raken op hart niveau. Waarom? Omdat dat veel meer doet met de gever en met de ontvanger. De ontvanger wordt in zijn of haar kracht gezet en krijgt hierdoor waardigheid en respect. De gever wil leren van de ontvanger, staat open voor zijn of haar wereld en wil hiervan leren. Dit vraagt van de gever om ook eens kritisch naar zichzelf te kijken en eens na te denken over zijn of haar rol in de samenleving. Dat geeft veel meer inspiratie en is veel uitdagender dan alleen maar een ‘dank je wel’ in ontvangst nemen.
Daarom vraag ik me af of ik wel bij Lana langs zal gaan. Ik wil geen dank je wel-verhaal. Maar dan zie ik haar volgende bericht, ze stuurt een paar foto’s door van het pleintje voor haar flatje. Ze heeft een grote tafel naar buiten gesleept en is bezig er kratten vol boodschappen op te zetten. Ze heeft tientallen tassen met boodschappen klaar gemaakt om uit te delen in haar buurt. Na het ontvangen van onze voedselbon is ze in gesprek gegaan met de woningbouw, de kerk en de voedselbank en heeft ze overal spullen vandaan gekregen. Het is ongelofelijk; een vrouw die zelf rondkomt van 40 euro per week staat met een stralend gezicht tassen vol boodschappen uit te delen aan haar buren.
Wat een impact! Wat een lef om zo radicaal te kiezen voor uitdelen aan de ander. En wat een les voor ons, de ‘gewone’ donateur. Durven wij zo radicaal gul te zijn en zo ons in te zetten voor de mensen om ons heen? Ik ben trots op Lana en, als ik eerlijk ben, zelfs een beetje jaloers. Ik ga morgen bij haar langs om van haar te leren en zal haar lessen graag met jullie delen.
Ik verzamel verhalen van hoop en positiviteit in tijden van corona. Ik bezocht Risma die zelf leeft van 40 euro per week en die van onze organisatie (www.thdv.nl) een voedselbon ontvangt. Zij koos ervoor om niet alleen aan haar zelf te denken maar deelt uit van wat ze heeft. Ze voorziet nu 40 families in haar wijk wekelijks van een voedselpakket. Geweldige en krachtige vrouw die tijdens deze crisis opstaat en impact heeft. De bijgevoegde blogs schreef ik hierover.
door Simone Schoemaker
Mooi voorbeeld van impact maken.