Re-opening of primary schools
door AT5
Het verhaal van Natalie Beckers
Het is moeilijk om te vertellen wat deze tijd met me doet. Op 7 juli 2020 werden mijn twee dochtertjes, Lilou en Charlie, geboren. Los van Covid-19 was zwanger zijn en moeder worden allesoverheersend. Mijn ouders zitten in een risicogroep, dus zij hebben de baby’s enkel vanop afstand in de buitenlucht gezien. Ze hebben hun kleindochters nog niet eens kunnen vasthouden Wat een gekke tijd.
Mijn naam is Natalie. Ik ben adjunct-directeur van Podium Mozaïek. Op 12 maart sloten de theaters en horeca de deuren. Ik was vier maanden zwanger van een tweeling. Het was een gekke periode. Ik was misselijk en had al een flinke buik. Dat was misschien wel het vreemdste, die flinke buik. Mensen die me niet kenden, durfden niet te vragen of ik nu zwanger was of was bijgekomen. (lacht) De maanden daarop heb ik heel lang heel weinig mensen gezien. Mensen die ik nu tegenkom, zien me ineens met twee kinderen zonder die zwangerschap gevolgd te hebben. Dat is best gek.
Omdat ik zwanger was van een tweeling, kreeg ik elke twee weken een echo. Tijdens de lockdown deed ik dat alleen. Hiervoor heb ik een miskraam gehad, dus elke echo was toch spannend. Via FaceTime kon mijn vriend Maarten meevolgen, maar het bleef sneu. Een keer zei de verloskundige ‘ik zie een hartslag’, maar mijn vriend hoorde ‘ik zie geen hartslag’. Hij was helemaal in paniek aan de andere kant van het gesprek.
We wonen al vijftien jaar in Amsterdam. Na mijn studies ben ik blijven plakken en kwam ik mijn vriend tegen. Zo gaat dat dan. Voor mij zal de Sloterplas altijd verbonden zijn met zwanger zijn en de eerste lockdown. Veel was er niet te doen, maar het weer was prachtig. Dus samen met mijn vriend heb ik héél veel rondjes Sloterplas gelopen, tot mijn buik te groot werd. (lacht) Tijdens het wandelen voerden we lange gesprekken. Over het virus en de maatregelen. Over de horrorverhalen uit de zorg. En we hadden het over de toekomst. Waar zouden we wonen? Hoe zouden de meiden eruit zien? Zouden ze gezond zijn? Gaan ze niet te vroeg geboren worden? Wiens neus zouden ze hebben? (lacht)
De nacht van 3 op 4 juli voelde ik me niet lekker. Ik had krampen en ik moest overgeven. Ik dacht: ‘Zijn dit weeën?’ Het was ongeveer zes weken voor de uitgerekende datum. Maar van een tweeling weet je dat ze vaak te vroeg geboren worden. Ik maakte mijn vriend wakker en we gingen naar het OLVG Ziekenhuis. Ik had een centimeter ontsluiting. ‘Het zou zomaar kunnen zijn dat er vandaag twee kinderen worden geboren’, kregen we te horen. Maar er was geen plaats meer in het ziekenhuis. Met de ambulance werd ik naar Utrecht gebracht. Twee dagen later waren ze er nog steeds niet. Het was vast vals alarm, dus ik maakte me klaar om weer naar huis te gaan. Maar toen werd ik plots heftig misselijk en bleek ik een zwangerschapsvergiftiging te hebben. Een paar uur later werden de baby’s gehaald met een keizersnede. Mijn meisjes zijn dus in Utrecht geboren. Het zijn geen Amsterdammertjes (lacht) Jammer!
De eerste week brachten we in Utrecht door, daarna konden we weer naar het OLVG lekker dicht bij huis. Met z’n vieren hebben we vijf weken in het ziekenhuis gewoond. Het is een luxe, dat dat kon. We hoefden onze baby’s niet ’s nachts achter te laten. Lilou en Charlie waren nog zo klein.
De kraamperiode was bijzonder intiem. We zaten met z’n vieren op een kamer. 24u per dag. Je ouders, je vrienden, je familie zijn er niet. De enige andere mensen die we zagen, waren de verpleging en af en toe de artsen. Wat hebben zij zo goed voor ons gezorgd! Volslagen vreemde mensen worden zo al snel heel bekend. Je zit in hetzelfde schuitje. Het is een verbondenheid, die wordt ingegeven door een niet-zo-ideale situatie. Maar toch bleef er een bepaalde afstand. Je kan niet helemaal jezelf zijn. Je bent niet in je eigen omgeving.
Ik kolfde zeven keer per dag. En als ik niet aan het kolven was, was ik aan het voeden of verschonen. Er was amper ruimte voor iets anders. Kraambezoek kan verstrooiing bieden en de dagen breken, en we wilden natuurlijk dat onze dierbaren de kinderen konden ontmoeten. Nu zaten we op een eiland, waarbij het leek alsof de buitenwereld niet meer bestond. Misschien is het afgesloten zijn normaal voor de kraamtijd. Ik weet het niet, want ik heb geen vergelijkingsmateriaal.
We stonden op automatische piloot. De ankerpunten in de tijd ontbraken. Je vormt daardoor minder blijvende herinneringen. Natuurlijk zijn er wel de mijlpalen: het moment dat ze uit de couveuse mochten, of toen de infusen er uit gingen. Gelukkig is er FaceTime en kan je filmpjes maken en via Whatsapp versturen. Maar de tastbare herinneringen zijn er niet. We kijken nu extra hard uit naar de toekomst om die herinneringen te creëren met onze naasten.
Tijdens de eerste lockdown maakte ik me zorgen. Zo’n pandemie is groots. Waar gaat het heen? Het is de angst van het niet-weten. Wat staat ons nog te wachten? Wat staat de meiden nog te wachten? Het voelde toen echt aan als een ramp wat ons overkwam. Nu voelt het al minder aan als een crisis. Er is bijna een vaccin. Maar toen waren er de beelden uit Italië, de lijkwagens door de straten, de curve van besmettingen en doden die exponentieel groeide. Iedereen kon zo maar getroffen worden. Dat was benauwend. Zeker omdat ik zwanger was. Het virus zou niet schadelijk zijn voor baby’s, maar dat vond ik toen niet zo geruststellend. De berichtgeving over het virus veranderde in het begin steeds omdat het nog zo nieuw en onbekend was. Eerst was het niet overdraagbaar van dier op mens. Daarna bleek het toch zo te zijn, maar werden we gerustgesteld dat het niet zo besmettelijk was. En dat klopte achteraf ook niet. Wij waren dus voorzichtig en zijn echt in isolement gegaan.
Nu ben ik weer twee dagen per week weer aan het werk. Net wanneer ik begon met werken, moesten de theaters weer dicht. Dat was bizar. Toen ik op zwangerschapsverlof ging, dacht ik dat alles weer bij het oude zou zijn tegen de tijd dat ik terug zou komen. Het voelt alsof de tijd is blijven stil staan. De afgelopen maanden zijn een aaneengeregen brij van dagen. Ik kan me de juiste volgorde zelfs niet goed herinneren. Wanneer is wat nou juist gebeurd? De tijd lijkt ook korter. Vijf weken in het ziekenhuis is best wel lang, maar als ik er nu naar terugkijk, voelde het eerder als tien dagen.
Soms vraag ik me af: ‘In wat voor wereld heb ik mijn kinderen gezet?’ Klimaatsverandering, de groeiende ongelijkheid, de Trump- en Baudet-types. Worden vrouwenrechten straks ingeperkt? Als je niet rijk geboren bent, heb je überhaupt dan nog een toekomst? En dan zo’n pandemie. We denken dat het leven maakbaar is, maar dat is niet zo. We beseffen dat te weinig. In die zin ben ik soms wel bang voor wat ze nog zullen meemaken. We verwachten we nog een derde of vierde golf, maar wat komt daarna? We hebben nu een vaccin. Maar komt er straks een anders virus? Nou ja, ik weet het niet. Ik vind het spannend. Zal theater blijven bestaan? Kan ik nog blijven werken?
De theaters zijn weer open voor dertig mensen. Onlangs zat ik bij een festival in een zaal met een capaciteit van 130, waar nu maar 30 mensen in mogen zitten. Het was zo verdrietig. Ik dacht ‘Jezus, waarom doen we dit?’ Maar toen begon het stuk en was ik overrompeld met blije gevoelens. Ik dacht: ‘nee, het is fijn om dit te kunnen doen en het is zo nodig.’ Dertig man is beter dan nul. Theater is een dialoog met de mensen in de zaal, maar ook zonder die dimensie blijft theater haar rol vervullen.
Mijn kinderen zijn nu nul jaar. Ze zeggen toch dat de helft van de kinderen die nu geboren worden, de honderd halen? Hoe zien de komende honderd jaar er dan uit voor hen, als zij er nog zijn en ik niet meer? Ik hoop dat ik Lilou en Charlie later zal kunnen vertellen over deze unieke periode dat de wereld stilstond. Ik hoop dat het iets goeds zal brengen. In het begin was ik zo cynisch over het ‘nieuwe normaal’. Ik geloofde er niet in. Zodra er een vaccin is, gaan we weer met z’n allen het vliegtuig op, dacht ik. Ik was bang dat we niks zouden leren. Maar ik zie nu ook positieve dingen. Ik zie mensen die nog geen macht hebben, maar bereid zijn om hun levensstijl aan te passen. De nadruk op oneindige groei en altijd maar zo goedkoop mogelijk willen produceren kent nu een tegenbeweging. Daar put ik kracht uit. Ik durf nu wel hopen dat ik mijn dochters kan vertellen over het besef dat op ons neerdaalde. Het besef dat het anders moet.
In het ziekenhuis ontdekte ik dat ik me snel kan aanpassen aan nieuwe situaties. Dat had ik niet verwacht. Normaal zie ik graag de dingen gaan zoals ik ze wil dat ze gaan. Als dat niet zo is, kan ik echt balen. Misschien komt het door de zwangerschap of door het moederschap of door deze Covid-periode. Of Misschien wel een combinatie van alles, maar ik ben tevredener geworden. Dankbaarder voor wat er wél is.
Corona Blessings betekent dat deze periode ook waardevol kan zijn. Het valt samen met de geboorte van twee kleintjes die zoveel rijkdom hebben gebracht. Daarom zal ik deze tijd blijven koesteren. Hoe naar deze crisis ook mag zijn, voor mij is het verweven met iets heel goeds. In tegenstelling tot de mensen die iemand verloren hebben… (denkt na) Wij zijn heel dankbaar, en tegelijk zien we die nare kant. We leven diep mee met iedereen die is getroffen.
by Operatie Periscoop
CORONA TESTIMONIES is a multimedia series of narrative portraits of five residents in Amsterdam-West. They were interviewed by writer Warda El-Kaddouri and photographed by Vincent van Kleef. Their testimonies are voiced by five other residents of Amsterdam-West, while filmmaker Vanessa van Gasselt captures them on video. The readers then reflect on their neighbours’ stories from their own perspective. This space symbolises the powerful solidarity that exists in Amsterdam-West. Corona Testimonies is a series of narrative portraits curated by Margreet van der Vlies of Operatie Periscoop and commissioned by Stadsdeel Amsterdam-West.