Ik ben zelf amateur fotograaf en ik schrijf shorts en bundel verhalen.
Voornamelijk over de dingen die ik mee maak op mijn fotografie ‘avonturen’.
Amsterdam ‘De Wallen’ 2020.
Wat ga je doen? Het is al half 10 ’s avonds! Vraagt m’n vriendin met een verraste blik.
Ik ga zo weer de straat op moppie! Zeg ik, terwijl ik m’n camera tas laat zien.
Ik zet gewoon m’n wekker om 3 uur en ik zie wel wat ik tegenkom.
– Nog steeds kijkt ze me vragend aan. –
‘Hoe vaak gebeurt het nou dat de hele stad leeg is om dit tijdstip?’
Ze zucht en zegt; ‘Het zal wel weer, nou ga maar gauw slapen dan en ik zie je straks bij het ontbijt wel.
– 4 uur in de ochtend –
Rijdend op me scootertje door de stad, verbaas ik me.
Hier en daar zie ik af en toe wat mensen samen staan of zittend voor de deur,
anderhalf meter uit elkaar pratend en verbaast dat ik zo vroeg langs rijd .
‘Ach het is niet dat ze ergens heen moeten nu of wat spannends te doen hebben’ Denk ik.
Wanneer ik eenmaal bij de Jodenbreestraat ben aangekomen slaat de realiteit toe.
Ik kijk naar een lege straat, een schim van wat het normaal is, het voelt onnatuurlijk, koud en kil.
Ik rijd door zonder achterna getoeterd te worden door een taxi, omdat ik hem waarschijnlijk wel weer afsneed, Het is altijd het zelfde liedje normaal gesproken hier.
Ik parkeer m’n scooter voor het café waar ik werk en kijk verbaasd en beduusd om me heen.
De Oudezijds Achterburgwal, de straat waar ik het meest van m’n tijd doorbreng, de straat waar ik de afgelopen 10 jaar m’n hart toch wel aan verloren ben is compleet leeg.
Dezelfde straat waar ik normaal op dit tijdstip over de hoofden heen kan lopen en me als ik me mezelf door de mensenmassa wurm om weer eens een citroen te gaan lenen bij een van de talloze cafés naast ons en me soms dan mateloos kan irriteren als er weer eens een Engelsman is die de drank regels aan zijn laars lapt, voelt als er één in een spookstad.
Ik pak m’n camera en monteer m’n SpeedLite flitser.
*click*
kijkend naar het scherm op mijn camera of de foto goed gelukt is, zie ik iemand uit de Stoofsteeg schieten.
Ik kijk en tot mijn verbazing zie ik een bekend gezicht die ik herken als een straatdealer.
In vol ornaat, Gucci petje op, Canada Goose jas aan, maar met een kleine toevoeging; een 3M mondkapje en een sjaal omwikkelt.
Hetzelfde kapje wat ik nu zelf draag.
Ik voel me plots raar en alleen.
Enthousiast over de genomen foto loop ik door, de ramen zijn leeg en de normaal gesproken zo mooi gloeiende rode lampen staan uit.
Ik zie veel dingen die ik nog nooit heb gezien, kleine dingetjes, details.
Details die je door de sleur van het anders zo drukke en snelle leven hier niet opmerkt.
‘Zat daar altijd al een in beton gegoten masker aan de gevel?’ vraag ik me af.
*click*
‘Die staat erop’ denk ik.
Ik kijk achter me en er staan twee politieagenten.
‘Zeg, Die flits van je maakt wel echt erg veel licht en het is al laat wil je niet teveel overlast voor de bewoners veroorzaken?’
Ik kijk hem aan en zeg; ‘Mijn flits veroorzaakt toch geen overlast? Normaal gesproken staat het hier rijen breed met mensen die praten en onder invloed zijn’ snauw ik.
Hij zucht en zegt; ‘Probeer gewoon te zorgen dat mensen geen last van je hebben.’ en ze lopen door.
Ik vervolg m’n weg en loop naar de Trompettersteeg ook wel bekent als de smalste steeg in de rosse buurt.
Een man loopt voor me en draait zich om en vraagt aan me: ‘Hey, waar kan ik nog een wippie maken nu dat al de ramen dicht zijn?’
Ik reageer lachend en zeg; ‘Zou jij nu nog een wip willen maken dan?’
Hij mompelt wat en loopt stug door.
‘Mafklapper’ zeg ik nog.
Ik kijk de steeg in en zie iemand uit een deur komen
*click*
En op het moment dat ik weer opkijk van me camera zie ik dat een van ‘de meiden’ uit dezelfde deur komen.
‘Zou het dan toch?’
*click*
Ik pak mijn spullen en loop naar de Dam.
Overal zie ik op de gevels van de winkels posters geplakt ‘Wij zijn tijdelijk gesloten, verder bericht over het COVID-19 Virus na 6 april.’
*click*
‘Shit dat is klote’ en opeens bedenk ik me; ‘oh wacht het is trouwens niet dat voor die tijd ook weer aan het werk ben.’
Ik loop naar de Dam toe en er is geen ziel te bekennen. Ik weet dat soms mensen na Nieuwjaars-avond vroeg naar de Dam toe gaan om te kijken hoe het is zonder mensen.
Maar nu ik hier zelf sta, is het erg imposant en voelt het onwerkelijk.
De zon begint nu op te komen en ik besluit terug te gaan naar mijn scooter, terwijl ik in de Damstraat terug loop rijd er een politieauto langs met het raam open
‘Nog steeds hier flitsmeister?’ vragen dezelfde politieagenten als aan het begin van mijn tocht.
Ik: ‘Ga nu naar huis hoor, heb iedereen al wakker gemaakt nu denk ik’
‘Fijne avond’ en ze rijden weg, ik mompel ‘bijgoochem’.
Ik rijd naar huis en doe mijn helm af en loop de trap op.
Mijn vriendin zit al aan de koffie.
‘En hoe was het?’ vraagt ze.
‘Als een slechte droom’ Reageer ik.
‘Als een nachtmerrie?’ Vraagt ze.
‘Nee want in een nachtmerrie is alles meestal slecht, maar Amsterdam was nog steeds zoals altijd mooi’
‘Slaap lekker.’
door Dimitry Klepper (The Red Light Bartender)