3 maanden quarantainehanden
door Bas Peeperkorn
Door José Boon (oprichter Dagboek Corona en publiekshistoricus) en Paul Knevel (docent publieksgeschiedenis Universiteit van Amsterdam).
Op 12 maart kondigt premier Rutte de ‘intelligente lockdown’ aan. Die pauzeknop van het sociale leven resulteert in Amsterdam niet alleen in een onwezenlijke stille stad, maar werpt Amsterdammers ook terug op hun eigen leefomgeving. De relatie tussen binnen en buiten verandert van het ene op het andere moment ingrijpend. Buiten verandert in een plek van verlangen en gevaar. De lockdown, die in Frankrijk gewoon opsluiting (le confinement) heet, zet zo onvermijdelijk aan tot reflectie en bezinning.
Naar binnen kijken
Iedere Amsterdammer doet dat op een eigen manier. Olivier Zaoui toont ons in een serie van negen foto’s zijn alledaagse rituelen in coronatijd, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, elke dag hetzelfde. Het leven teruggebracht tot weegschaal, computerschermen, eten, sporten en een kort wandelingetje. De obsessie met het eigen lichaam die uit de foto met weegschaal spreekt, zal velen maar al te bekend voorkomen.
Dat leidt soms tot ongemak, zoals in My hidden Coronahair van Hanneke Wessels maar ook tot de herwaardering van een vanzelfsprekend lichaamsdeel als de hand. In zijn Handendagboek schildert Bas Peeperkorn 53 maal zijn hand als symbool van de nieuwe omstandigheden en spiegel van zijn stemmingen. ‘Ook de hand moet zich aanpassen, want die moet afstand houden, gewassen en beschermd worden’.
In een serie intieme zelfportretten, ‘In afwachting’ getiteld, plaatst Natalia Cincunegui zichzelf in een negentiende-eeuws aandoend, romantisch huiselijk decor om de onzekerheid en vervreemding van de nieuwe situatie invoelbaar te maken.
Verlangen naar buiten
Anderen kijken liever naar buiten. In haar project Looking inside fotografeert Ewa Piotrowska zichzelf op veertien achtereenvolgende dagen. Staand voor het raam van haar woning in Amsterdam-Noord, zoekt ze houvast in de kracht van de camera en de blik naar buiten. Het is haar manier om zich te verhouden tot het hier en nu in surreëel aandoende werkelijkheid waarin alle dagen op elkaar zijn gaan lijken.
Eenzelfde combinatie van werkelijkheidszin en verlangen spreekt uit het zelfportret van Martinka van Ravenstein-Jansen. Zien we iets van haarzelf of juist iets van haar omgeving?
Schrijvend verwerken
Weer anders ervaart Marianne Kuijper de nieuwe situatie. Als moeder van drie schoolgaande kinderen hebben de persconferenties waarin telkens nieuwe beperkingen worden aangekondigd ingrijpende gevolgen voor het gezinsleven. In haar dagboek (Wel en wee van een Amsterdams gezin in Coronisch tijdperk) schrijft zij op humoristische wijze de gebeurtenissen van zich af.
Zij is de enige niet die haar ervaringen dagelijks vastlegt. Het aloude genre van het dagboek maakt door de coronacrisis gouden tijden door, in de meest diverse vormen. Eline Crijns verwerkt haar impressies over het laatste nieuws, gebeurtenissen en alledaagse voorvallen in een serie prozagedichten ‘om niet te vergeten hoe het was’.
Joke Schouwvlieger concentreert zich in haar coronadagboek eveneens op de directe wereld om haar heen, zoals de eerste krokussen en de gezondheid van haar familieleden. En ze zoekt, heel herkenbaar, naar verklaringen.
De stem van jongeren
De vijfjarige Fenne roept de hulp van haar moeder in. Knippend, plakkend en dicterend stelt zij zo een aandoenlijk dagboekje samen dat ons meeneemt in de belevingswereld van kinderen. Thuis schooltje spelen heeft wel iets, maar er is ook angst voor het onzichtbare virus en bewondering voor het harde werken van de knappe dokters.
Vorm en toon mogen anders zijn dan die van de zogenaamde ‘volwassen’ dagboeken, de verwarrende en soms tegengestelde emoties die uit het boekje spreken zijn er niet minder universeel om.
Dat geldt ook voor het intieme coronadagboek van de dertienjarige Rebecca. Haarscherp weet ze haar gevoelens onder woorden te brengen in de verschrikkelijke onzekere periode waarin haar opa in Italië overlijdt. Mentaal probeert zij de afstand te overwinnen, wat de pijn alleen maar groter maakt.
Grenzen overwinnen
In een tijd dat fysieke grenzen gesloten zijn, is het verlangen naar andere plekken en tijden er dus bepaald niet minder om. In haar intrigerende Corona KunstDagboek neemt Manola Sint Jago ons mee in haar herinneringen aan het Aruba van haar jeugd.
Voor Lidija Zelovic is de huidige crisis aanleiding om in gedachten terug te keren naar Sarajevo en de oorlogsherinneringen aan voormalig Joegoslavië. Ondanks de lockdown, reisbelemmeringen en gesloten grenzen is het hier en nu in Amsterdam nog altijd onlosmakelijk verbonden met de wijdere wereld om ons heen.
Met open blik naar binnen
Of de blik naar binnen of juist naar buiten is gericht – alle voorbeelden in deze zaal confronteren ons met de o zo herkenbare angsten, verlangens en onzekerheden van de afgelopen maanden.
Inmiddels zijn de scherpe randjes van de lockdown verdwenen en kunnen we weer vooruit kijken. Met die kennis is het mogelijk een afgerond verhaal van de afgelopen maanden te presenteren en de gebeurtenissen van een eerste duiding te voorzien.
Wie midden in een crisis zit, kan dat niet, maar wordt dag in dag uit geconfronteerd met onzekerheden, met het onbestendige van wat morgen brengen zal. De egodocumenten in deze zaal herinneren ons zo aan het open einde van de geschiedenis en de inspirerende wijze waarop gewone Amsterdammers die onzekerheid te lijf zijn gegaan, niet door weg te kijken, maar juist door bij zichzelf te rade te gaan.
Kijk ook eens voor verhalen uit het hele land op www.dagboekcorona.nl.
Deze zaal is gecureerd door:
José Boon & Paul Knevel