Filters

Wis alle filters

Op onderwerp

Op medium

Post-it op zee © Erik Veld
Afbeelding 21 maanden armoede

Nieuwe werklozen

Augustus 2020 – Steeds meer mensen raken hun werk kwijt, vooral uitzendkrachten en flexwerkers in de horeca, de cultuursector en de reiswereld. De coronacrisis treft laagopgeleiden, mensen met een migratie-achtergrond en arbeidsgehandicapten het hardst. Nieuwe werklozen en onzekere arbeidskrachten doen hun verhaal.

TEKST Robin Uitham BEELD Erik Veld

Eerst de cijfers: de werkloosheid is in de maand juni zeer snel gestegen ten opzichte van de maand daarvoor. In juni waren 404.000 mensen werkloos. Dat is 4,3 procent van de beroepsbevolking. In mei was dit 3,6 procent. Tijdens de kredietcrisis in 2008 duurde het zeven maanden voordat het percentage werklozen van 3,6 procent was toegenomen tot 4,3 procent, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS noemt deze stijging die zich nu in een maand voltrok ‘uitzonderlijk snel’.

Vooral jongeren (15-25 jaar) raakten in juni hun werk kwijt (het gaat nu om 10,7 procent van de jongeren). Van de 25-tot 45 jarigen was in juni 3,7 procent werkloos, en van de 45-plussers 2,6 procent.

Niet-westerse migranten, laagopgeleiden en mensen met een arbeidsbeperking lopen het meeste risico door de corona-crisis hun werk te verliezen. Zij hebben vaak een flexibel arbeidscontract in een sector die gaat krimpen, stelt het Sociaal Cultureel Planbureau. Deze groepen lopen volgens het planbureau groot risico op armoede als ze hun baan kwijtraken. Flexwerkers in een sector die waarschijnlijk gaat krimpen – zoals de uitzendsector, reisbureaus, horeca, luchtvaart en cultuur, sport & recreatie – zijn kwetsbaar, aldus het rapport.

Tachtig procent van de oproepkrachten is werkloos of heeft veel minder uren werk door de crisis. Dit blijkt uit een enquête onder duizend flexwerkers gehouden door vakbond FNV en uit cijfers van het UWV. De helft van de oproepkrachten kan de financiële gevolgen van ontslag niet opvangen. Daarnaast is bijna dertig procent van de uitzendkrachten de afgelopen maanden zijn/haar baan kwijtgeraakt. Er zijn circa 775.000 flexwerkers.

Amsterdam heeft juist veel mensen die in tijdelijke banen en flexcontracten in de horeca-, cultuur- of toerismesector werken. Circa 200.000 Amsterdammers lopen het risico door de corona-crisis in de bijstand te belanden, blijkt uit een overzicht van de gemeente.

Veel bedrijven konden door overheidssteun (de NOW-regeling) het loon van personeel blijven doorbetalen. 140.000 bedrijven kregen voor in totaal 7,9 miljard steun, meldde het UWV. 2,7 miljoen mensen konden daardoor hun baan houden.

Nu de ontslagboete in het tweede noodpakket deels niet meer geldt, vrezen bonden meer ontslagen.

“Elke dag ben ik bang om mijn baan te verliezen”

Marthy, Arbeidsmigrant Polen (49), FNV-lid

“Ik werk sinds een paar jaar voor een uitzendbureau in een distributiecentrum, waar ik er voor zorg dat houdbare producten als blikvoedsel en chips naar de juiste supermarktfilialen gaan. Het is geen verkeerd werk.

Het meeste werk in het distributiecentrum wordt door Polen gedaan. Er zijn maar weinig arbeidsmigranten met een vaste aanstelling, waardoor we te weinig verdienen om rond te komen. We verdienen het minimumloon van €10,- bruto per uur en moeten maar afwachten hoeveel uur werk er per week is. Als het tegenvalt, zitten we op slechts €900,- per maand, dat is dik onder bijstandsniveau.

Ik ben naar Nederland gekomen om te werken en in de hoop te kunnen sparen voor mijn familie in Polen, maar dat lukt niet. Dat geldt voor de meeste arbeidsmigranten. We zijn niet hiernaartoe gekomen om te overleven. Veertig uur werk per week zou de norm moeten zijn, maar in praktijk moeten we vechten om voldoende uren te krijgen.

We zijn niet in vaste dienst, waardoor het werk elk moment kan stoppen. Je weet nooit waar je aan toe bent, dat maakt het onmogelijk om toekomstplannen te maken. Ik heb het gevoel dat ik rechteloos ben. We doen werk waar de meeste Nederlanders hun neus voor ophalen en als ze het toch doen, hebben ze een vast dienstverband.

Ik vind dat het uitzendbureau teveel aan ons verdient. Ze ontvangen per uitzendkracht per uur €20,-, dat is dus het dubbele van wat wij ontvangen. Eerlijker zou zijn als het uitzendbureau 25 procent inhoudt, zodat we €15,- per uur verdienen.

Je komt pas in aanmerking voor een vast contract als je minimaal drie jaar via het uitzendbureau bij hetzelfde bedrijf werkt. Maar de meeste bedrijven willen niet de verplichting aangaan om ons een vast contract aan te bieden, ze willen je liever elk moment kunnen laten gaan. Ik zie om me heen dat mensen hun werk goed doen en complimenten krijgen en een paar dagen later niet meer hoeven te komen. Elke dag ben ik bang om mijn baan te verliezen.

De meeste arbeidsmigranten zitten op een camping in huisjes op elkaars lip en betalen daar veel te veel voor, €100,- per persoon per week. Ik zit in een park met meer dan 1.000 arbeidsmigranten, in huisjes met zes mensen. De beheerder van het park en de medewerkers hebben de sleutels van het huisje en komen binnen zonder aankondiging. We hebben geen privacy. Ik zou graag willen dat we met respect worden behandeld.” (MS)

“Werken in callcenters is moderne slavernij”

Stella, callcenter-medewerkster (58), uitzendkracht, ontslagen in april

“Na de middelbare school ben ik meteen gaan werken, ik heb twintig jaar bij een mooi bedrijf gewerkt. Toen moest ik verder als eenoudergezin en wilde ik regelmatiger werk. Ik kwam in een mallemolen terecht. Uiteindelijk belandde ik drie jaar in de ww en moest daarna de bijstand in. Mijn koophuis: die moest ik maar verkopen. Jaren hebben we van weinig rond moeten komen. Ik moest me laten omscholen. Dan krijg je te maken met het ene re-integratiebureau na het andere. Een cursusje hier, een cursusje daar. Dat heeft veel subsidie gekost, opgestreken door de vele re-integratiebedrijven, maar het heeft geen vruchten afgeworpen. Ik wilde een hbo-opleiding volgen, maar dat wilde het arbeidsbureau, en later de gemeente, niet. De enige mogelijkheid die de gemeente zag: de sociale werkplaats. Het kwam destijds vaker voor dat gemeenten werklozen doorstuurden naar de sociale werkplaats. Zo wilden ze werklozen werkervaring laten opdoen, ook werklozen met twintig jaar werkervaring.

Ik werd daarna alleen aangenomen voor callcenters. Daar werken is moderne slavernij. Elke seconde wordt afgetikt. Ze houden bij hoe vaak je naar het toilet gaat, hoelang je op het toilet zit, hoe vaak je koffie pakt en hoe vaak en hoelang je met een collega overlegt. Wekelijks krijg je een evaluatie. Als je cijfers niet in orde zijn, mag je in een leertraject. Je moet een gesprek binnen een bepaalde tijd afhandelen. Als dat niet lukt, krijg je opmerkingen. Maar als dat wel lukt, krijg je ook opmerkingen: over de manier waarop je praat: te kort af of te weinig empathisch. Per dag handel je tientallen telefoontjes af. Ik heb veel callcenters gezien. Veel onregelmatig werk, ’s avonds, weekends. Niet alle callcenters zijn altijd ingericht volgens de laatste Arbo-voorschriften. Vaak heb je maar een contract voor een halfjaar tot anderhalf jaar. Voor jou komt er dan weer een jongere die makkelijker kneedbaar is en wiens salaris lager is. Je hebt geen vaste collega’s. Je kunt lastig trots zijn op het bedrijf.

Al vijftien jaar zit ik in deze situatie. Ik heb vaak een verzoek ingediend of ik een opleiding mocht volgen, maar dat werd altijd afgewezen. Daardoor moest ik steeds weer een beroep doen op de ww of de bijstand. Ik wilde graag een opleiding voor docent volgen, iedereen zou daarmee zijn geholpen. Maar de gemeente vindt: volg de kortste weg naar werk. Of je na vijf weken weer een beroep moet doen op een uitkering is niet van belang.

Op 1 april werd ik als uitzendkracht ontslagen. Vanwege corona ging iedereen thuis werken. Van het ene moment hard werken ineens: niets. Er was geen tijd om afscheid te nemen van collega’s. Mijn contract zou tot juni duren.

Je blijft vaak in de A-fase werkzaam als uitzendkracht, dan hoeft het uitzendbureau je geen beter contract aan te bieden. Dat betekent dat je de eerste 78 weken elk moment kunt worden ingezet en elk moment naar huis kunt worden gestuurd, zonder doorbetaling van salaris. Mijn uurloon vorig jaar was lager dan wat ik kreeg toen ik vijftien jaar geleden begon. Ik ben er alleen maar financieel op achteruit gegaan. Mensen worden arm gehouden. En als je wat hebt gespaard, kan de bijstand moeilijk gaan doen.

Uitzendkrachten zouden gedurende hun contract moeten worden doorbetaald en een opzegtermijn moeten krijgen, zodat je niet bijvoorbeeld door een stroomstoring naar huis wordt gestuurd, zonder salaris. Verder zouden gemeentes moeten kijken naar wat mensen willen, ze zouden naar duurzame arbeidsrelaties moeten zoeken. De vakbond, waarbij ik ben aangesloten, maakt zich hiervoor sterk. Kijk naar de mogelijkheden van mensen, niet naar regels. Mijn droom is al jaren om docent te worden. Via een toelage van een stichting ga ik nu die felbegeerde opleiding volgen. Ik ben hiermee erg blij, maar maak me wel zorgen of ik de opleiding kan afmaken. De gemeente wil dat je beschikbaar blijft voor de arbeidsmarkt. En dat zou zomaar mijn investering in mijn duurzaam financiële onafhankelijkheid in de weg kunnen komen te staan.”

door Robin Uitham - MUG Magazine


Dit artikel is onderdeel van de zaal ’21 maanden armoede’ van MUG Magazine. MUG is gratis te krijgen op 300 plekken in de stad, waaronder supermarkten en bibliotheken, en bevat tips en informatie over werk en inkomen, armoedebestrijding en schuldhulp.


Onze
partners

Het huis van Amsterdam Soundtrackcity met dank aan: Gemeente Amsterdam West