Filmproject “Empty” – part 5: Red Light District
door Mayke van Veldhuizen
Een Schacht van Licht door Barbara Stewart Ik hou niet meer van boodschappen Ik heb nu een hekel aan Eerst ga ik mediteren Daar word ik rustig van Elke keer Zet ik mijn spullen neer - mondkapje sanitized gel handdoek van papier Ik weet het nu zo wel en een boodschappen lijst op volgorde zodat ik kan snel ter been door de winkel heen Ik ben klaar Ik fiets daar naartoe Het is een kleine winkeltje Er is nu een lange rij Ik neem plaats op goed afstand Totdat de wachttijd is voorbij Ik sta netjes op de gele streep De ingang komt dichterbij Opeens staat een man pal achter me En stap ik plotseling uit de rij Een lange jonge kerel is hij Zo diep in zijn smartphone wereld Onbewust dat hij irriteerde me zo Van wat is net gebeurt Maar hou ik niet van confrontatie Daar heb ik geen zin in Ik loop terug tot het einde van de rij En maak een nieuwe begin ! Uiteindelijk bij de ingang Ik hoest in mijn zakdoek Smeer mijn handen in met gel Mijn masker zet ik aan Ik weet het nu zo wel Met geluk is er een beveiliger Wie doet de groetjes aan Hij heeft de boel goed onder controle Dus kan ik rustig binnen gaan Maar vandaag is er een assistente Het valt niet mee voor haar Ik wil mijn mandje zelf schoonmaken Maar de spullen liggen niet klaar Het papierroll zit vast, de zeep is op Opnieuw ben ik geirriteerd Ik vraag aan de assistente om hulp Dan moet ik wacht maar weer ! Mijn mandje maak ik schoon Maar voel ik me opgejaagd Door een ongeduldige vrouw Die achter me al staat Het is niet meer gewoon ! Eindelijk loop ik door Mijn lijst heb ik ter hand Iedereen vermijdt elkaar We houden goed afstand Nog steeds voelt dat heel raar We dragen allemaal mondkapjes Een lachend gezicht Zie je niet Ik zie vermoeide ogen Verwarde wanhopig Ogen van verdriet Ik sta op het punt Om een yoghurt uit te kiezen Als een kleine jongentje Die in een winkelwagentje zit Straalt een glimlach naar me toe Hij verrast me Met zijn open vrolijk gezicht Het voelt als een schacht van licht Hij zwaait naar me Een zwaai ik terug Ik denk hoe neemt zo'n kleine kind De wereld waar zoals het nu is? Hij ziet gemaskeerde gezichten Mensen die elkaar vermijden Mensen op straat en in de park Die als zombies gaan lopen Die liever in een kleine schermpje In zijn handen willen kijken Dan om de wereld zich heen Hoe neemt zo'n kleine kind Dit wereld waar? Alsof hij mijn gedachten weet Schudt hij plotseling Zijn hoofd helemaal naar achteren En kijkt me aan Met zijn gezicht ondersteboven Ja jongen - je hebt gelijk De wereld is op zijn kop! Ik kies een aardbei yoghurt uit Mijn masker voelt nu heel benauwd Ik wil zo snel de winkel uit Ik draag twee zware tassen Stop bij een prullenbak Om mijn masker weg te gooien Wat een opluchting is dat ! Als ik naar mijn fiets toe loopt Zie ik iets op de stoep Dat maakt me zo erg kwaad Het is een weggegooide mondkapje Ik schop het naar de straat ! Ik ga naar huis Zet ik mijn fiets op slot En ga de trappen op Eindelijk ben ik daar weer ! Eerst was ik mijn handen En pak de tassen uit Wat ben ik blij De ellende is voorbij Het kind met zijn stralende gezicht Was de enige punt van licht Even bijkomen - Geniet ik van een bier Want over drie dagen Begint het allemaal weer ! April 2021
Ik heb dit gedicht in het voorjaar van 2021 geschreven. Het is voor die mensen die zoals ik voelen dat de dagelijks boodschappen in een supermarkt in coronatijd een confrontatie geworden is en ook niet zo plezierig meer. Voordat we het huis uit gaan, hebben we een flinke dosis geduld nodig. Jammer genoeg dit kan snel veranderen in irritatie en zelfs woede.
We zijn deze coronatijd allemaal zat. Het duurt al veel te lang. De beperkingen van onze vrijheid hebben ons allemaal op verschillende manieren beinvloed. Het is beschadigend.
Hier schijnt de spotlicht op kinderen en hoe ze zich moeten aanpassen aan de verandering in hun omgeving en al de beperkingen om hen heen en hoe moeilijk voor hun dat moet zijn.
door Barbara Stewart