Filters

Wis alle filters

Op onderwerp

Op medium

Jerry Straub, voorzitter van het Rode Kruis © Sandra Hoogeboom
Afbeelding 21 maanden armoede

‘We zijn er nog lang niet’

Juli 2020 – Daklozen onderbrengen in sporthallen. Een bezoekmobiel in verpleeghuizen en 500 rondzwervende ­ongedocumenteerde gezinnen helpen. Bij het Rode Kruis Amsterdam-Amstelland was het ineens alle hens aan dek. Een gesprek met voorzitter Jerry Straub over een roerige periode. 

TEKST Elizabeth Venicz BEELD Sandra Hoogeboom

“Op 13 maart veranderde alles.” Jerry Straub was gewend om een keer per maand te vergaderen met het bestuur van het Rode Kruis Amsterdam-Amstelland maar toen kwam Corona. “Ineens zaten we iedere middag met het crisisteam.” Eerst moesten ze bedenken wat ze wel en niet zouden doen. “En hoe moest dat met onze eigen organisatie? Met werken op anderhalve meter? Hoe zorg je dat het veilig is voor al je vrijwilligers? We hebben veel oudere vrijwilligers. Sommigen waren echt bang om besmet te worden. Daar moet je wat mee.”

Al snel diende zich de eerste uitdaging aan. In de reguliere daklozenopvang was de anderhalve meterregel onmogelijk te handhaven en dat werd te gevaarlijk. “We hebben toen snel met onze vrijwilligers een aantal sporthallen door de hele stad gereed gemaakt voor anderhalvemeterdaklozenopvang. Bedden erin, kijken hoe je de sanitaire voorzieningen en de wc’s het beste kan regelen. Ontbijt en avondeten regelen. Dat soort snelle logistieke acties, daar is het Rode Kruis sterk in. En na het inrichten namen de reguliere daklozenopvangorganisaties het beheer weer over.” Het Rode Kruis deed al de winteropvang voor daklozen. Dus ze kenden de doelgroep maar deze omvang was nieuw.

DAT SOORT SNELLE, LOGISTIEKE ACTIES, DAAR IS HET RODE KRUIS GOED IN

Hij sprak de afgelopen tijd veel ouderen. “Sommigen zaten met zoveel angst thuis, die durfden de deur niet meer uit. Het is belangrijk dat we die mensen in beeld houden. Dat ze niet nog verder vereenzamen.” Een reclamebureau bood spontaan hulp aan en zette in een noodvaart de actie Wees een goede buur op. “Binnen een week had heel Amsterdam een kaart in huis waarmee je kwetsbare buren hulp aan kon bieden. Dat was een doorslaand succes. Mooi ook dat het bedrijfsleven dit samen met ons deed. Andere gemeentes hebben die kaart overgenomen.”

Later is er ook een telefonische hulplijn opgetuigd voor ouderen die eenzaam zijn, samen met het landelijke Rode Kruis en er kwamen hulplijnen voor Marokkaans- Turks- en Chineessprekenden. “Want je merkte dat veel dingen langs de oudere generatie heen gingen. Die persconferenties waren toch ingewikkeld.”

Voor verpleeghuizen werd een visitekar ontworpen. “Dat is een soort glazen kast, een soort pausmobiel zeg maar, daar zit degene die wordt bezocht veilig in. En het bezoek kan daar dan omheen gaan zitten zodat ouderen zonder risico bezoek kunnen ontvangen. Dat zijn mooie dingen.”

Na een paar weken kwamen er verontrustende signalen over ongedocumenteerden in de stad. “Zuid-Amerikaanse werksters die ineens zonder werk en dus zonder eten zitten. Hele gezinnen die op straat kwamen te staan. Het gaat om zeker vier á vijfhonderd gezinnen in de stad die geen huis meer hebben, denken we nu. De gemeente wilde hen wel ondersteunen maar dan moesten ze zich registreren en dat durfden ze niet. Dan zit je in een ingewikkelde spagaat als organisatie want er moet wel iets gebeuren. Er staan kinderen op straat. Als Rode Kruis zorgen we nu voor voedselpakketten. Organisaties in de buurten delen die uit.”

DE ONKWETSBAREN ZIJN INEENS KWETSBAAR GEWORDEN

Hij zag de wanhoop toen hij op bezoek was in een opvangcentrum. ”Ik sprak een jonge man van tegen de dertig die in zijn eigen land studeerde maar door de oorlog moest vluchten. En hier heeft hij totaal geen toekomstperspectief. Hij weet niet wat er met hem gaat gebeuren. Overdag zwerft hij over straat en ‘s nachts in de opvang. Hij had mijn zoon kunnen zijn. Dat maakte wel indruk, die uitzichtloosheid.”

Ook ontmoette hij daar een wat oudere dame. “Ze had niets maar met een paar fotootjes en wat lichtjes had ze het zo gezellig gemaakt in haar kamertje. Het was echt haar plek geworden. Dat was mooi maar ook pijnlijk om te zien. We praten niet graag over armoede in ons land, maar als je naar de cijfers kijkt, neemt het alleen maar toe en niet alleen onder ongedocumenteerden.”

Dat soort momenten bevestigen voor hem waarom hij bij het Rode Kruis actief is. Hij werd in 2018 gevraagd om voorzitter te worden, een onbetaalde functie. “Ik zat in meerdere besturen maar dit leek me een mooie organisatie, zeker toen ik hoorde wat ze allemaal doen. Ik kende het Rode Kruis eigenlijk alleen van de grote noodacties en van de EHBO bij de Avondvierdaagse Maar we doen zoveel meer. Wist je dat we mensen naar het ziekenhuis brengen die geen ambulance nodig hebben maar zelf geen vervoer hebben en dat we de GGD gaan ondersteunen bij contactonderzoek.”

AL DIE MENSEN DIE JE EEN ZETJE KUNT GEVEN. DAT IS ALLEEN MAAR PRACHTIG

Als kind in Amsterdam-West en later in Amstelveen leerde hij van zijn moeder dat je mensen moet helpen als je kan. “Het was bij ons altijd net de zoete inval. Als het niet goed ging met een vriendje of vriendinnetje, dan logeerde die bij ons.” Dat probeerde hij ook zijn kinderen weer mee te geven. “Mijn dochter staat op de Dam met Black Lives Matter.”

De overleggen met het crisisteam zijn inmiddels nog maar wekelijks. “Maar we zijn er nog niet. Het is allemaal nog zo onduidelijk hoe het verder gaat en ook de gevolgen worden nu pas goed zichtbaar. De kwetsbaren zijn nog kwetsbaarder geworden. En de onkwetsbaren zijn ineens kwetsbaar.”

Hij belt af en toe met vrijwilligers. “Om ze een hart onder de riem te steken. Ze hebben zo hard gewerkt.” Het was een intensieve periode. “Echt op het scherpst van de snede. Ik zat rechtop bij iedere persconferentie. Je vraagt je bij alles af wat betekent dat voor onze organisatie en voor onze stad? Maar het was ook zo dankbaar. Al die mensen die je een zetje kunt geven. Dat is alleen maar prachtig, Ik vond het een grote eer om te doen. En het zijn onze vrijwilligers en medewerkers die het grootste compliment verdienen.”


Jerry Straub werd in 1960 geboren in Amsterdam-West. Hij studeerde arbeids- en organisatiepsychologie, was raadslid voor de PvdA, werkte bij diverse maatschappelijke organisaties en in verschillende bestuursfuncties waaronder nu het voorzitterschap van het Rode Kruis Amsterdam-Amstelland.

 

door Elizabeth Venicz - MUG Magazine


Dit artikel is onderdeel van de zaal ’21 maanden armoede’ van MUG Magazine. MUG is gratis te krijgen op 300 plekken in de stad, waaronder supermarkten en bibliotheken, en bevat tips en informatie over werk en inkomen, armoedebestrijding en schuldhulp.


Onze
partners

Soundtrackcity met dank aan: Gemeente Amsterdam West Het huis van Amsterdam