Goodiebag met leesvoer
door Stichting IMC Weekendschool
September 2021 – Vanuit haar garage begon Risma Soekhie tijdens de coronacrisis met het uitdelen van voedsel. Andere moeders schoten haar te hulp. Zo ontstond Moeders van Noord. “Ik weet wat armoede is, ik werk vanuit mijn ervaringsdeskundigheid.”
TEKST Jolanda van Benthem BEELD Sandra Hoogeboom
Op maandagochtend begint de werkweek van de Moeders van Noord bij een supermarkt aan het Waterlandplein. Samen met vrijwilligers Gifty, Connie en Lila slaat Risma de laatste producten in voor de voedselpakketten die ze overmorgen uitdelen. Vandaag staan groenten en fruit op het lijstje. Ieder lopen ze met een winkelwagentje richting de aanbiedingen. “Ik betaal met cadeaubonnen die ik ontvang van het Rode Kruis en die kan ik alleen hier uitgeven”, vertelt Risma.
Ze verwachten zo’n vijfenveertig tot zestig bezoekers deze week. “Vorig jaar waren dat er wel 145. Nu merk je dat de crisis minder wordt. Ook heb ik mensen doorgestuurd naar Doras Maatschappelijke Dienstverlening en de Voedselbank.” Voor die laatste komt niet iedereen die dat nodig heeft in aanmerking. Sommigen verdienen net iets te veel, maar houden dan bijvoorbeeld geen geld over voor een laptop voor hun kind. Ongedocumenteerden kunnen er ook niet terecht en zijn afhankelijk van initiatieven zoals Moeders van Noord.
Risma merkte de armoede onder haar buurtgenoten op in de kerk, maar ook tijdens haar werk als leefbaarheidsambassadeur voor woningcorporatie Rochdale. In vijf galerijflats in de Banne ziet ze erop toe dat de galerijen en bergingen brandveilig zijn. Tijdens gesprekjes onderweg ontdekte ze dat mensen hulp nodig hadden. “Ik besloot eten uit te delen vanuit mijn eigen garage. Mijn man en kinderen hielpen me.” Niet veel later werden dat drie garages. Nu heeft Moeders van Noord een eigen distrubutiecentrum op de Botterstraat. Vijftien vrijwilligers helpen mee met inkopen, sorteren en uitdelen. Risma’s ogen stralen als ze vertelt over wat ze heeft bereikt.
De dames discussiëren welke aanbieding geschikt is. Avocado’s vallen gelijk af. “Courgettes blijven lang goed”, oppert iemand. Vrijwilliger Lila rekent hardop uit hoeveel zakjes sperziebonen ze kunnen maken uit één volle krat. “Voor degenen die geen sperziebonen willen, kunnen we wortels kopen.” Om te voorkomen dat de groenteafdeling leeg achterblijft, schakelen ze de groenteman in. Met zijn voet schuift hij een stapel volle kratjes uit het magazijn richting hun winkelwagentjes. Lila noteert in haar notitieboek hoeveel er van alles is ingeslagen, zodat de caissière straks niet hoeft te tellen.
Gifty kijkt keurend naar de mineola’s. Een verrot exemplaar overhandigt ze aan een supermarktmedewerker. “Drie stuks voor kleine gezinnen en vijf voor grotere gezinnen”, luidt de conclusie na een kort overleg. De dames stoppen het fruit in plastic zakjes. Dan nog een flink aantal zakken zoete appeltjes, kilozakjes aardappelen en het meeste werk is gedaan.
Nog even checken of er vlees in de aanbieding is. Risma vindt acht pakjes kipburgers met korting en legt ze op de berg in de winkelwagen. “We hebben niet veel ruimte voor vlees, onze koelkast is te klein.” Ze loopt door naar het schap met halal vlees. “Halal vlees is normaal gesproken duur”, weet ze. Helaas is er niets in de uitverkoop op dit moment.
Brood kan ze haar bezoekers zelden bieden. “Dat moet toch een beetje vers zijn en veel ruimte in de vriezer hebben we niet. Bovendien is het moeilijk om bakkers te vinden die kunnen doneren.” Voor haar vrijwilligers vult ze zakjes met pistoletjes. “Morgen gaan we inpakken, want dan krijgen we de restanten van de Voedselbank.”
“We doen ons best, maar we moeten opletten dat we niet te lang doorwerken”, vindt Connie. Ze staat stil bij het schap met plasticzakjes, waar ze zojuist de goedkoopste optie heeft uitgezocht. Ze werd vrijwilliger bij Moeders van Noord toen ze aan het revalideren was na een knieblessure. “Ik kon me thuis gaan zitten vervelen, maar mijn dochter vertelde me over Risma. ‘Dat is een vrouw met een goed hart.’ Eerst hielp ik haar een dag in de week, maar nu wel meer. Als we iets nieuws binnen krijgen, kom ik langs om in te pakken.” Bij de kassa blijkt dat ze niet genoeg cadeaubonnen hebben. Risma betaalt het laatste deel met haar pinpas. Uit eigen zak, blijkt later.
Met de auto van Risma brengen ze de boodschappen naar hun uitdeelpunt op de Botterstraat. Het is gehuisvest in een pand dat tijdelijk wordt beheerd door stichting Zwerfkei waar ze binnenkort uit moeten. De vrouwen stallen de kratten met groenten en fruit uit op een lange tafel om ze te sorteren in kleine porties. Langs de muur staan de boodschappenpakketten al metershoog, met daarin de houdbare producten. “Kleine kratjes voor kleine huishoudens en grote kratten voor de grotere gezinnen”, laat Lila zien. “Een groothandel doneert regelmatig producten die ze niet meer kunnen verkopen.” De inhoud van deze week: houdbare melk, eieren, tarwebloem, suiker zonnebloemolie, vis uit blik, crackers, gehaktkruiden, crackers en toiletgeurblokjes.
Als ze even zitten vertelt Risma dat ze ervaringsdeskundige is op het gebied van armoede. Toen ze naar Nederland kwam, had ze niets. “Ik was afhankelijk van de steun van anderen, maar nu kan ik iets terugdoen”, vertelt ze met tranen in haar ogen.
“Alleen eten weggeven is niet genoeg”, weet ze. Naast het zaaltje waar ze de voedselpakketten uitdelen, is een weggeefwinkel met kleding, servies en zelfs een kinderwagen. Ook organiseerde ze activiteiten voor kinderen in het park. Op haar telefoon laat ze een filmpje zien: Mickey en Mini Mouse die een dansje doen in het Buiksloterbreekpark. “Er was een springkussen en we deelden suikerspinnen uit. Die dag waren er driehonderd kinderen naar het buurtfeest gekomen. Ik had flyers in de brievenbus gedaan bij alle buurtbewoners, ook bij de huiseigenaren van wie de kinderen niet met de onze mochten spelen. Die kinderen kwamen ook. Ik vind het mooi om rijk en arm te verbinden.”
Haar collega’s spreken hun lof uit. “Als je mensen helpt, ben je van binnen rijk”, vindt Lila. “Mijn baas is lief”, zegt Gifty. Connie beaamt dat, “We staan achter haar.”
door Jolanda van Benthem - MUG Magazine
Dit artikel is onderdeel van de zaal ’21 maanden armoede’ van MUG Magazine. MUG is gratis te krijgen op 300 plekken in de stad, waaronder supermarkten en bibliotheken, en bevat tips en informatie over werk en inkomen, armoedebestrijding en schuldhulp.